

Cyberpesten!
Levensvaardigheden gerelateerd:
Welzijn

Methodologie:
Groepswerk
Onderwerp:
Informatie- en communicatietechnologie
Leeftijd/Graad:
14+ jaar oud
Tijdstip:
60 minuten
Materialen/suggesties
Kinderen van 14 jaar en ouder die op een veilige, verantwoorde en effectieve manier ICT moeten gebruiken.
Omschrijving van de activiteit:
Stap 1: Zoek vooraf naar een aantal filmpjes over cyberpesten, bijvoorbeeld op de videosite www.youtube.com.
Je kunt campagnevideo's zoeken met de zoekterm 'stop cyberpesten'. Veel van deze video's zijn gemaakt door overheden, andere door leerlingen als onderdeel van school- of klasprojecten.
Stap 2: Laat de video die jullie als klas hebben gekozen zien. Laat de leerlingen vervolgens in vier groepen nadenken over verschillende aspecten van de video. De begeleidende vragen zijn:
Groep 1: Wat is cyberpesten? Welke vormen van pesten komen voor, bijvoorbeeld verbaal pesten, psychisch of fysiek pesten, uitsluiting of sociaal pesten, indirect pesten (mensen tegen iemand opzetten). Wat zijn de digitale vormen van dit soort pesten?
Groep 2: Waarom pesten kinderen anderen?
Groep 3: Wat kunnen de gevolgen zijn voor het slachtoffer? Zijn de gevolgen anders als er sprake is van cyberpesten?
Groep 4: Wat kun je doen als je gepest wordt? En wat doe je als je getuige bent van pesten? Hoe kun je pesten voorkomen?
Stap 3: de antwoorden leiden tot een klassengesprek. Als leerkracht kun je de link leggen met het pestbeleid van de school. Je kunt vooraf of achteraf reflecteren op de rol die mobiele telefoons spelen in de video's.
aandachtspunten
Een les over zo'n gevoelig onderwerp kan soms erg confronterend zijn voor kinderen van 14+ die eerder slachtoffer zijn geweest van (digitaal) pesten of nog steeds gepest worden. Wees hier extra alert op.
Als u merkt dat er sprake is van pesten in de klas, bespreek dit dan onmiddellijk met de betrokken leerlingen, hun ouders en de schooldirecteur.
Laat na de les altijd een mogelijkheid open voor leerlingen die later op het probleem willen terugkomen. Verwijs ze bijvoorbeeld door naar de vertrouwenspersoon/mentor van de school, de kinder- en jongerenlijn, etc.