Onze Engelse verhalen

Omschrijving van de activiteit:

Les 1: "Een collectief verhaal bouwen"

Openingsactiviteit (15 min): Introductie tot het concept storytelling en het belang van samenwerking bij het creëren van verhalen. Zie TRACK 1 voor de organisatie van de activiteit.

Ideeën brainstormen (20 min.): Verdeel de leerlingen in groepen. Elke groep brainstormt over ideeën voor een fantasyverhaal in het Engels. Elke groep moet de hoofdpersoon, de setting en het beginprobleem van het verhaal identificeren. Voorbeeld: Hoofdpersoon: een jonge ontdekkingsreiziger; Setting: een stad die in de wolken zweeft; Beginprobleem: het verdwijnen van magische voorwerpen. Zie TRACK 2 voor de organisatie van de activiteit.

Verhaalconstructie (25 min.): Elke groep ontwikkelt een kort verhaal op basis van de gegenereerde ideeën en schrijft om de beurt in het Engels. Leerlingen moeten een korte plot en personages bedenken en minstens drie belangrijke woorden voor het verhaal noemen om aan hun klasgenoten te presenteren. Voor elk gekozen woord bepalen de groepen de betekenis en maken ze een poster om de woorden en betekenissen te presenteren. Leerlingen kunnen digitale tools gebruiken om te zoeken naar inhoud en afbeeldingen. De verzamelde woorden vormen een verhalenwoordenschat die beschikbaar blijft voor de klas.

Les 2: "Verhaaldramatisering"

Warming-upactiviteit (10 min): Oefeningen ter voorbereiding op dramatisering, zoals improvisatiespelletjes. Zie TRACK 3 voor de organisatie van de activiteit.

Script en Rollen (25 min): Verdeel de leerlingen in de groepen die in les 1 zijn gevormd. Elke groep leest en presenteert hun verhaal. De groepen bespreken de verschillende verhalen en kiezen er één om te verbeelden. Stimuleer een collaboratieve sfeer en uitwisseling van meningen onder de leerlingen. Het is ook mogelijk om de verschillende verhalen te mixen om de verschillende creatieve talenten die naar voren zijn gekomen te benadrukken. Zodra het verhaal is gekozen, stemmen de groepen af op eventuele scriptwijzigingen en kiezen ze de rollen die elke groep zal vertolken. Eén groep kan bijvoorbeeld de rol van een personage of de verteller op zich nemen.

Dramatisering en opname (25 min.): Groepen organiseren zich en voeren hun deel van het verhaal uit, en de klas neemt de optredens op. De gemaakte video kan worden gebruikt en beschikbaar worden gesteld aan de klas als output van de activiteit.

Les 4: "Ideeën uitwisselen en reflecteren"

Openingsactiviteit (15 min): Discussie over de ervaring van samenwerking, verhaalcreatie, dramatisering en visuele woordenschat.

Ideeën uitwisselen (25 min): Studenten nemen deel aan een groepssessie waarin ze ideeën uitwisselen en de uitdagingen en ontdekkingen bespreken die tijdens het samenwerkingsproces aan bod komen.

Eindreflectie (20 min.): Elke groep reflecteert op hun ervaringen en identificeert de sterke punten van de samenwerking en de verbeterpunten. Zie TRACK 4 voor de organisatie van de activiteiten.

Verwachte resultaten: Aan het einde van de activiteit zal het volgende zijn geproduceerd:

• Een poster voor elke groep met minimaal drie sleutelwoorden die het gemaakte verhaal representeren

• Een video met de dramatisering van een van de verhalen die door de werkgroepen zijn gemaakt

Evaluatie: De evaluatie wordt gebaseerd op actieve deelname, collegiaal leren, creativiteit in samenwerkingsactiviteiten, de kwaliteit van de dramatisering en de uiteindelijke reflectie op de samenwerking.

Eindopmerkingen: Deze activiteit is bedoeld om de woordenschat en kennis van nieuwe Engelse woorden te versterken. Het kan dienen als basis voor soortgelijke activiteiten in andere talen. Het doel is ook om het leren van Engels te integreren met de competentie 'Samenwerking', waardoor leerlingen een boeiende ervaring krijgen die taalvaardigheden en samenwerkingsvaardigheden ontwikkelt. De voorbeelden zijn geschikt voor leerlingen van de middelbare school en stimuleren creativiteit en positieve interactie tussen leerlingen.

__________________________________________

TRACK 1: LES 1 Uitleg van storytelling Begin met een duidelijke en eenvoudige definitie van wat "storytelling" betekent. Je kunt beginnen met te benadrukken hoe storytelling de kunst is van het delen van verhalen en hoe we ervaringen, emoties en levenslessen met anderen delen door middel van woorden, beelden of zelfs gebaren. Om het begrip te vergemakkelijken, kun je alledaagse voorbeelden gebruiken door het concept storytelling te koppelen aan alledaagse situaties die leerlingen kunnen herkennen. Voorbeeld: "Denk eens aan wanneer je je vrienden vertelt wat je in het weekend hebt gedaan of wanneer je een film beschrijft die je erg leuk vond. Dat is ook storytelling." Cultureel belang: Benadruk hoe storytelling een fundamenteel onderdeel is van elke cultuur wereldwijd, gebruikt om geschiedenis, waarden, tradities en kennis over te dragen.

Het belang van samenwerking bij het vertellen van verhalen. Collectieve creatie: Leg uit dat verhalen weliswaar individueel kunnen worden gecreëerd, maar dat mensen, wanneer ze samenwerken, hun ideeën, ervaringen en creativiteit kunnen combineren om rijkere en complexere verhalen te creëren. Voorbeelden van samenwerking: Geef voorbeelden van beroemde werken die door samenwerking tot stand zijn gekomen. Veel films en tv-series zijn bijvoorbeeld het resultaat van teamwork tussen schrijvers, regisseurs, acteurs en andere professionals. Voordelen van diverse perspectieven: Bespreek hoe verschillende mensen verschillende perspectieven op een verhaal inbrengen. Elk lid van een team heeft unieke levenservaringen en ideeën. Wanneer deze samenkomen, wordt het verhaal verrijkt met details en facetten waar één persoon alleen misschien niet aan zou denken.

Aanbevolen activiteit: Om de introductie interactief te maken, kun je een kort ijsbrekerspelletje met storytelling spelen. Spel "Story Relay": Leerlingen zitten in een kring. Je begint met het vertellen van één zin uit een verhaal, waarna elke leerling een zin toevoegt. Dit is niet alleen leuk, maar laat ook concreet zien hoe samenwerking iets kan creëren dat niemand alleen had kunnen creëren.

Conclusie: Sluit de inleiding af door samen te vatten en te benadrukken hoe, door middel van teamwork en het delen van diverse ideeën, de kwaliteit en diepgang van de gecreëerde verhalen verbeterd kunnen worden, wat ieders leerervaring verrijkt. Deze inleiding moet leerlingen helpen de waarde van storytelling en de collaboratieve aanpak te begrijpen en hen voorbereiden op de volgende activiteiten waarin ze deze concepten zullen toepassen.

TRACK 2: LES 1 Leerlingen in groepen verdelen voor een brainstormsessie is een uitstekende manier om creativiteit te stimuleren en samenwerking te bevorderen. Hier zijn enkele voorbeelden die elke groep als uitgangspunt kan gebruiken om hun eigen fantasyverhaal in het Engels te creëren:

Voorbeeld 1: Hoofdpersonage: Een meisje dat met dieren kan praten. Setting: Een betoverd bos waar elke boom zijn eigen ziel heeft. Beginprobleem: Het bos begint zijn kleur en leven te verliezen, en het meisje moet de oorzaak ontdekken.

Voorbeeld 2: Hoofdpersoon: Een tieneruitvinder met een passie voor mechanica. Setting: Een futuristische metropool waar alles geautomatiseerd is. Beginprobleem: De machines in de stad beginnen plotseling te haperen en er ontstaat chaos.

Voorbeeld 3: Hoofdpersonage: Een spookpiraat die over de zeeën zwerft. Setting: Een archipel van mysterieuze eilanden die alleen om middernacht verschijnen. Beginprobleem: De piraat moet een verloren schat terugvinden om verlossing te vinden en door te reizen naar het hiernamaals.

Voorbeeld 4: Hoofdpersoon: Een prinses die weigert de tradities van haar koninkrijk te volgen. Setting: Een oud kasteel gebouwd op een vulkaan. Beginprobleem: De vulkaan ontwaakt en de prinses moet een manier vinden om haar volk te redden zonder haar vrijheid op te offeren.

Voorbeeld 5: Hoofdpersoon: Een jongen die ontdekt dat hij met zijn gedachten door de tijd kan reizen. Het verhaal speelt zich af in verschillende historische periodes, van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Beginprobleem: Tijdens een van zijn reizen raakt de jongen gevangen in het verleden en moet hij een manier vinden om terug te keren naar het heden.

Deze voorbeelden kunnen dienen als voorbeeld voor leerlingen, die door middel van discussie en gezamenlijke brainstormsessies verschillende elementen kunnen aanpassen, uitbreiden of combineren om een uniek verhaal te creëren. Het doel is om creativiteit en het gebruik van Engelse woordenschat te stimuleren in een leuke en fantasierijke context.

TRACK 3: LES 2 Om leerlingen voor te bereiden op dramatisering, kunnen improvisatiespellen een uitstekend hulpmiddel zijn om creativiteit te stimuleren, de communicatieve vaardigheden te verbeteren en zelfvertrouwen op te bouwen. Hier zijn enkele voorbeelden van improvisatieoefeningen die je als warming-up kunt gebruiken:

1. "Fluister in de laan" Speluitleg: Leerlingen staan in een kring. Eén leerling begint met het fluisteren van een zin in het oor van de persoon naast hem. De zin moet in het geheim van de ene leerling aan de andere worden doorgegeven totdat deze bij de oorspronkelijke afzender terugkomt. Doel: Dit spel helpt de concentratie en het actief luisteren te verbeteren, cruciale elementen in dramatisering.

2. "Muzikale Standbeelden" Speluitleg: Zet wat muziek op en laat de leerlingen vrij door het klaslokaal bewegen. Als de muziek stopt, moet iedereen in een bepaalde houding blijven staan. Degene die als laatste stilstaat, is af. Doel: Dit spel helpt te ontspannen en zich voor te bereiden op improvisatie, door snelle reacties op externe prikkels te bevorderen.

3. "Eén emotie tegelijk" Speluitleg: Leerlingen staan in een kring. Elke leerling stapt om de beurt in de kring en zegt een zin met een andere emotie (vreugde, verdriet, woede, angst, enz.). De anderen moeten raden welke emotie het is. Doel: Deze oefening helpt leerlingen verschillende emotionele expressies te verkennen en deze effectief te gebruiken in dramatisering.

4. "Willekeurige Dialogen" Speluitleg: Bereid stroken papier voor met willekeurige zinnen erop. Leerlingen vormen tweetallen, tekenen een strook papier en beginnen een geïmproviseerde scène met die zin. Doel: Dit spel stimuleert de creativiteit en het vermogen om snel een samenhangend verhaal of dialoog op te bouwen, essentieel voor dramatisering.

5. "Geheime Doelen" Hoe te spelen: Elke leerling krijgt een geheim doel op een papiertje (bijv. anderen overtuigen om te zingen, iemand aan het lachen maken, enz.). Tijdens een geïmproviseerde groepsinteractie moet elke leerling proberen zijn of haar doel te bereiken zonder het expliciet te onthullen. Doel: Deze oefening bevordert subtiliteit en complexiteit in karakterinterpretatie en moedigt leerlingen aan om verborgen doelen na te streven.

   Door deze improvisatiespellen als warming-up te gebruiken, worden leerlingen opener en responsiever. Dit zijn twee essentiële kwaliteiten voor een goede dramatisering.

   
   

TRACK 4: LES 4 Begeleidende vragen voor het leiden van discussies tijdens openingsactiviteiten (15 min).

Wat was het meest lonend aan het samen creëren van het verhaal? Welke uitdagingen kwamen jullie tegen tijdens het samenwerken? Hoe hebben jullie meningsverschillen of meningsverschillen overwonnen tijdens het creëren van het verhaal? Hoe heeft samenwerking de uiteindelijke uitkomst van het verhaal beïnvloed? Wat hebben jullie door deze ervaring geleerd over teamwork?

Ideeënuitwisseling (25 min): Discussie over uitdagingen en ontdekkingen tijdens het samenwerkingsproces. Leidende vragen voor het bevorderen van de discussie:

Wat was het moeilijkste moment in het creatieve proces en hoe ben je daarmee omgegaan? Welke technieken of strategieën vond je nuttig om de groepscohesie te behouden? Wat waren enkele van de meest verhelderende of verrassende momenten tijdens het creëren van het verhaal? Hoe denk je dat je samenwerkingsvaardigheden zijn veranderd door deze ervaring? Welke persoonlijke vaardigheden denk je dat je hebt ontwikkeld door dit project?

Eindreflectie (20 min): Reflectie op groepservaringen Handleiding voor eindreflectie:

Wat zijn de drie belangrijkste punten die elk groepslid aan het project heeft bijgedragen? Welke aspecten van groepswerk zou je willen verbeteren of veranderen voor toekomstige projecten? Hoe zou je de lessen die je uit deze ervaring hebt geleerd kunnen toepassen op andere gebieden van je school of persoonlijke leven? Welke communicatiemethoden binnen de groep werkten het beste? Als je het project opnieuw zou kunnen doen, wat zou je dan anders doen?

Met behulp van deze begeleidende vragen krijgen studenten een duidelijk kader voor het bespreken en kritisch reflecteren op hun samenwerkingservaringen, waardoor hun analytisch vermogen en begrip van samenwerkingsprocessen worden verbeterd. Deze discussies en reflecties dragen ook bij aan het consolideren van de geleerde vaardigheden en bevorderen een groter bewustzijn van groepsdynamiek.